In deze gastblog neemt Neonatologie-deskundige Danielle je mee in haar expertise. Ze deelt onder andere met je wat maakt dat prematuren ook op latere leeftijd een grotere kans hebben op ander eetgedrag en eetproblemen.
Mijn naam is Danielle Kempers. Sinds 1999 ben ik werkzaam als Neonatologie verpleegkundige. Daarnaast ben ik eigenaar van Babypraktijk & Babyspa Happiest Baby en geef ik trainingen aan ouders en professionals in mijn Happiest Baby Academie.
Een baby die uit de fles of borst drinkt lijkt de normaalste zaak van de wereld.
Helaas komt het regelmatig voor dat een baby weigert om te drinken. Ouders halen alles uit de kast om hun baby toch te laten drinken, de baby wordt afgeleid, alle flessen en spenen worden geprobeerd en er wordt regelmatig gedacht dat er een allergie is.
Ondanks alle inspanning van ouders blijft de baby de fles echter weigeren.
Om een baby die de fles weigert of andere eetproblemen heeft, te kunnen helpen is het belangrijk om te weten waar het niet willen eten vandaan komt. We zien deze problemen namelijk vooral bij kinderen die prematuur geboren zijn, of die om andere redenen al vroeg te maken hebben gehad met medische ingrepen.
Prematuriteit
Wanneer een baby te vroeg geboren wordt dan zijn de reflexen om te kunnen drinken nog onderontwikkeld. De coördinatie om te kunnen zuigen, slikken en ademen wordt immers pas aangelegd tussen de 32e en 35e zwangerschapsweek.
Dit is dan ook de leeftijd waarop veel prematuren voor het eerst een fles aangeboden krijgen.
Zolang een baby niet zelf kan drinken, krijgt hij zijn voeding via een sonde toegediend.
Ook de voedingssonde zorgt voor veel negatieve prikkels in het mondgebied, met een negatieve associatie als gevolg. Andere negatieve prikkels kunnen bijvoorbeeld het uitzuigen van neus/mond zijn of een beademingsbuisje (tube) of andere ademhalingsondersteuning. In vergelijking met een op tijd geboren kindje zijn de positieve prikkels in het mondgebied erg beperkt bij een prematuur.
In tegenstelling tot een op tijd geboren baby, moet een prematuur nog echt leren drinken.
En juist dit leren drinken gaat vaak gepaard met verslikken en lucht inslikken. Hierdoor legt de baby een associatie tussen zich niet lekker voelen en voeding en/of speen in de mond. De baby gaat voeding en/of speen weigeren en dit is het begin van eetprobleem.
Ook wordt een premature baby vaak ‘gestimuleerd’ om te drinken.
Er worden technieken toegepast die de zuigreflex stimuleren (zoals de fles draaien of de kin ondersteunen). Ook het gedwongen worden is een reden waarom prematuur geboren baby’s vaker een voedingsprobleem ontwikkelen dan op tijd geboren baby’s.
Bij een op tijd geboren baby wordt er automatisch gebruik gemaakt van de zoekreflex, zodra de baby iets voelt aan de mond of wang dan opent hij zijn mondje om te drinken. Bij prematuren is die stimulatie er niet en zou deze situatie het liefst na moeten worden gebootst bij iedere voeding die ze toegediend krijgen.
Sowieso hebben prematuren een andere ontwikkeling van voedend zuigen dan a-term geborenen.
Vooral prematuren met BPD (een longaandoening) of dysmaturiteit (te licht voor de zwangerschapsduur) hebben een verhoogd risico op problemen rondom coördinatie van drinken uit een fles of borst.
Naast het weigeren van de fles hebben prematuur geboren kinderen een verhoogd risico op het ontwikkelen van (ernstige) voedingsproblemen in de eerste levens jaren.
Dit komt ook doordat de situatie omtrent de voeding bij een prematuur geboren baby heel anders is.
Het geven van voeding draagt bij aan een goede hechting tussen ouders en kind. Als een baby huilt, reageert de ouder door melk aan te bieden. Tijdens het voeden maakt de ouder oogcontact met de baby en knuffelt hem even. Onderzoekers stellen dat een baby voor een succesvolle ontwikkeling van het voedingsgedrag een verzorger nodig heeft die de signalen van de baby begrijpt en daarop reageert.
Dit houdt in dat het hele proces van voeden meer betreft dan uitsluitend het zuigen, kauwen en doorslikken, maar dat ook kind- en omgevingsfactoren (bijvoorbeeld temperament, gedrag en interactievaardigheden) een rol spelen. Juist deze situatie ontbreekt bij een te vroeg geboren baby.
In cijfers
Gemiddeld heeft naar schatting 28% van de prematuur geboren baby’s tussen nul en twaalf maanden oud een eet- en drinkprobleem. Vroeg-premature kinderen hebben meer eet- en drinkproblemen dan laat-premature kinderen. In Nederland bedraagt het aantal zeer vroeggeboren kinderen met eet- en drinkproblemen ongeveer 855 levend geboren kinderen per jaar.
Op de leeftijd van 6 maanden hebben prematuren 6x meer last van spugen en 3x meer neiging tot hoesten bij dik vloeibaar voedsel.
Op de leeftijd van 12 maanden hebben prematuren 4x meer moeite met stukjes eten en 9x vaker hoesten bij kauwbaar voedsel.
Waarom het de eerste weken/ maanden wel goed lijkt te gaan
De eerste tijd lijkt het voeden echter wel goed te gaan. Hierdoor leggen ouders (en professionals) niet altijd de link met het prematuur geboren zijn. In sommige gevallen is de baby met een sonde naar huis gegaan en leert hij steeds beter zelf de flessen te drinken waardoor de sonde verwijderd kan worden.
Wanneer de baby vervolgens (gecorrigeerd!) zo’n 8 tot 10 weken oud is gaat hij steeds vaker de fles weigeren.
Dit komt omdat een baby de eerste maanden een zuigreflex heeft.
Zelfs wanneer de baby niet wil drinken zal hij dit automatisch toch doen zolang de zuigreflex gestimuleerd wordt. Wanneer deze reflex langzamerhand wegebt krijgt de baby echter steeds meer controle en dus ook mogelijkheid om de fles te kunnen weigeren.
Tekenen van een fles aversie
Hoe ziet zo’n fles aversie er dan precies uit?
Wanneer een baby een afkeer van fles of borstvoeding heeft ontwikkeld, kan hij (enkele) van de volgende dingen laten zien:
• Lijkt honger te hebben maar weigert vervolgens de fles of borst
• Eet met tegenzin, en alleen als hij honger heeft. Hij neemt dan slechts een kleine hoeveelheid en stopt vervolgens weer. (Meestal tot de ergste honger verzadigd is)
• Wordt gespannen, huilt of schreeuwt wanneer een slabbetje/doekje om zijn nek wordt gedaan, wanneer hij in een voedingspositie/houding wordt geplaatst, wanneer hij de fles ziet, of na het stoppen van de voeding vanwege een boertje.
• Klemt zijn mond dicht en draait zijn hoofd weg van de fles.
• Neemt een paar slokjes of een kleine portie melk, buigt hoofdje naar achteren en begint te huilen.
• Drinkt minder dan verwacht.
• Vermijdt oogcontact tijdens het voeden.
• Weigert eten terwijl hij vast wordt gehouden.
• Beweegt met zijn tong de speen rond in zijn mond en weigert te drinken. (Lijkt te ‘spelen’ met de speen)
• Vecht met al zijn kracht tot hij te moe is om nog langer te vechten.
• Drinkt alleen in een slaperige toestand of in slaap.
• Accepteert voeding uit een spuit, lepel of tuitbeker of eet enthousiast vast voedsel na weigering om uit de fles te drinken.
• Vertoont een slechte groei.
Wanneer een baby deze tekenen laat zien raken ouders er vaak van overtuigd dat er iets mis is met hun baby. Zeker wanneer de baby eerst een tijd wel goed heeft gedronken.
De oorzaak van het weigeren van de fles is echter niet medisch maar eerder gedrag. Doordat er vaak meerdere momenten van dwang zijn geweest, heeft je baby geleerd om de voeding als iets negatiefs te ervaren. De behandeling van een flesaversie is er dan ook op gericht om de dwang helemaal weg te halen en je baby weer te gaan laten ervaren dat eten leuk is.
Heb je zelf een kindje dat de fles weigert? En heb je hier hulp bij nodig? Neem dan contact op met Danielle via haar website www.happiest-baby.com !
Ben jij benieuwd welke signalen jouw Kieskeurige Eter nú laat zien?
Download dan gratis de Kieskeurige Eters Checklist via onderstaande knop!
0 Reacties